Duurzaam bouwen: een Brusselse expertise
In oktober 2018 is onze cluster ecobuild tijdens een studiereis in Noord-Europa, poolshoogte gaan nemen van de duurzame bouw- en renovatiemarkt in Stockholm. Hoewel een en ander op het eerste gezicht in de richting van de Scandinavische landen lijkt te wijzen, blijven sommige ecologische hoogstandjes toch nog voorbehouden voor ons vlakke land… Korte koffiepauze met Emmanuel Malfeyt, coördinator ecobuild.brussels.
Wat kan Zweden ons leren op het gebied van duurzaam bouwen?
E.M. : De Scandinaviërs zitten er op dezelfde golflengte wanneer moet beslist worden over de wijze waarop een gebouw in de openbare ruimte of het leefmilieu moet worden geïntegreerd. Heel eenvoudig omdat de beslissingen op het vlak van ecologie daar losstaan van de politiek, wat bij ons niet het geval is. Bovendien kunnen die beslissingen op lange termijn worden toegepast omdat ze wellicht niet opnieuw onderhandeld moeten worden bij elk mandaat. Dat verklaart waarom de Zweden een podiumplaats bekleden op het vlak van duurzame ontwikkeling, op het niveau van de Doelstellingen van de Verenigde Naties.
Maar elke medaille heeft een keerzijde…
E.M. : Ja want, ondanks een uitstekende duurzame planning behoren de bouwkosten in Stockholm tot de hoogste in Europa. Er is een schrijnend gebrek aan bouwvakkers. De stad moet bijgevolg op zoek naar buitenlandse ondernemingen voor het bouwen van de nieuwe sociale gebouwen die ze voor 2021 beloofd heeft.
Een huis kost bovendien drie maal meer in Stockholm, en er werd nog geen systeem voor sociale huisvesting ingevoerd. Welnu, Brussel ligt voorop op het vlak van de sociale en betaalbare huisvesting. Partners zoals citydev werken nauw samen met de privésector en bieden kwaliteitsvolle huisvesting voor een heel aantrekkelijke prijs. Daar treden wij dus op de voorgrond.
Welke troeven kan Brussel uitspelen op het gebied van duurzaam bouwen?
E.M. : Wij zijn heel goed in alles wat te maken heeft met de energieprestatie van gebouwen. Het EPB-certificaat, dat in 2015 in Brussel werd ingevoerd, is een belangrijke tool om de doelstellingen op het vlak een verminderde CO2-uitstoot te bereiken, aangezien het energieverbruik van de gebouwen 70% van het totale energieverbruik vertegenwoordigt.
Is onze hoofdstad dan “het mekka” van de passiefbouw?
E.M. : Terwijl de Scandinavische landen naarstig zoeken naar een betere energieprestatie voor hun gebouwen, kan ons Gewest reeds prat gaan op een aanzienlijke feedback in deze materie. Brussel bouwt nu reeds tien jaar volgens de passiefnormen: dat is uniek in Europa, en zelfs wereldwijd!
Delegaties uit New York, Seattle of Canada komen een voorbeeld nemen in onze hoofdstad, die als een voorloper op dat gebied kan gezien worden. Daar mogen we trots op zijn.
In maart 2016 heeft de Brusselse regering eveneens het Gewestelijk Programma voor Circulaire Economie aangenomen, dat Brussel wil positioneren als een innovatief Europees Gewest en als voorloper bij de ondersteuning van de ontwikkeling van de circulaire economie.
En wat stelt hub.brussels voor om die doelstellingen te bereiken?
Onze cluster ecobuild verenigt de volledige waardeketen van de bouwactoren: aannemers, projectontwikkelaars, leveranciers van materialen… Bovendien bekleedt deze een unieke positie in de Brusselse microkosmos als contactpunt en trefpunt tussen de politieke, academische, industriële wereld en de burger. Die competitie zorgt voor een heel interessante verscheidenheid, en draagt bij aan de ontwikkeling van steeds innovatievere bouwprojecten.
In deze tijd van grote ecologische uitdagingen dient de bouwsector nieuwe businessmodellen op te nemen, en daarvoor hebben haar actoren nood aan dialoog. De cluster biedt die uitwisseling.
Welke andere voordelen dienen deel uit te maken van de cluster?
E.M. : Onze cluster is als een dorp: iedereen kent er iedereen, waardoor de netwerking veel efficiënter verloopt. We zorgen ervoor dat de cluster een menselijke dimensie behoudt, zodat die reactief en proactief kan blijven. Vandaag tellen we 150 effectieve leden en 50 aspiranten. Naast begeleidingen organiseren we bezoeken aan voorbeeldige Brusselse werven, evenals studiereizen. Om efficiënt te zijn, kunnen die activiteiten slechts in kleine groepen georganiseerd worden.
Welke visibiliteit biedt u aan uw leden?
E.M. : Via ons platform brengen we onze leden of een project onder de aandacht, zodat zij gedurende een bepaalde periode in de schijnwerpers staan. De voorbije 3 jaar wordt ook een wedstrijd georganiseerd om onze leden te stimuleren om samen te werken en om een collaboratief project te creëren, dat aan de hand van een video op onze netwerken wordt getoond.
Naast onze aanwezigheid op tal van salons en beurzen doen wij ook aan street marketing, door de eindklanten van onze leden aan te spreken via onze netwerken. Tijdens themadagen zoals de Autoloze Dag of het Milieu Feest nodigen wij de voorbijgangers ook uit om ons hun vragen en behoeften op het vlak van duurzaam bouwen kenbaar te maken. Die worden vervolgens aan onze leden overgemaakt.
Welke visibiliteit zal het Gewest aan deze expertise bieden?
E.M. : De bescheidenheid van de Belgen is ons sterk maar tegelijk ook ons zwak punt. De Brusselse expertise op het gebied van duurzaam bouwen is internationaal nog onbekend.
Wij moeten de boodschap uitdragen dat Brussel over een reële expertise beschikt, en dat de buitenlandse ondernemingen die kunnen komen ontdekken voor de ontwikkeling van hun projecten.
Om die reden werkt het Gewest, via het Kabinet van de Staatssecretaris Cécile Jodogne, van Leefmilieu Brussel en van het departement Internationalisering van hub.brussels, aan een programma dat onze competenties in het buitenland moet promoten, en de Belgische ondernemers moet aanmoedigen om buiten de grenzen te exporteren.
U hebt een project rond duurzaam bouwen of renoveren? U wenst lid te worden van de cluster ecobuild.brussels? Contacteer onze experts!