Het aankoopgedrag van de Brusselse huishoudens
In het kader van de opstelling van het commercieel ontwikkelingsschema van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, heeft hub.brussels in samenwerking met perspective.brussels en de Université Libre de Bruxelles een studie uitgevoerd om de situatie en evolutie van de Brusselse handel in kaart te brengen. Dit artikel focust op de ruimtelijke consumptiepraktijken van de Brusselse huishoudens: het biedt een analyse van de plaatsen die door de inwoners van het Gewest bezocht worden op basis van hun woonplaats en van het type producten dat ze kopen.
Het werk dat door ons Agentschap en onze twee partners werd uitgevoerd is in die zin uniek dat dit soort studie sinds het begin van de jaren 1990 in Brussel niet meer is uitgevoerd geworden, en nooit op dergelijk niveau van geografische precisie, namelijk de woonwijken. De studie richt zich dus uitsluitend op de Brusselse bevolking, wat de beoordeling van de prestaties van bepaalde plaatsen van aankoop kan beperken, aangezien geen rekening gehouden wordt met klanten die uit de rest van België komen, noch met toeristen. Dit zijn de belangrijkste conclusies.
5,5 miljard euro uitgegeven in de detailhandel
Het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt bijna 542.000 huishoudens. Op basis van schattingen kan worden gesteld dat zij ieder jaar ongeveer 5,5 miljard euro in kleinhandelszaken uitgeven.
Meer dan de helft wordt uitgegeven aan courante consumptiegoederen: (voedingsmiddelen, onderhoudsproducten, tijdschriften of farmaceutische en parafarmaceutische producten). De rest is verdeeld tussen de twee andere categorieën van aankopen: 1,5 miljard euro per jaar voor lichte semicourante goederen (kleding, boeken, films, sportartikelen …) en één miljard euro per jaar voor zware semicourante goederen (doe-het-zelfartikelen, huishoudtoestellen, meubels …).
De gemiddelde jaarlijkse uitgave van een Brussels huishouden in de handel wordt op € 9.200 geraamd. Merk op dat het aandeel van de uitgaven in deze drie categorieën van aankoop aanzienlijk varieert naargelang van het sociaaleconomische profiel van het bevraagde huishoudens.
Zoeken naar nabijheid voor courante aankopen
Om hun boodschappen voor basisbehoeften te doen geven de Brusselse huishoudens de voorkeur aan plaatsen in de buurt en korte afstanden, met name wegens de goede ruimtelijke dekking van een aanbod met betrekking tot deze aankopen. Voor de courante aankopen leidt dit tot een verdeling van de uitgaven van de Brusselaars over een groot aantal handelskernen maar ook in meer afgelegen gemeenten (meer dan 30% van de Brusselse uitgaven wordt gedaan in het verspreide aanbod, dit is zes keer meer dan voor de andere aankopen).
De supermarkten blijven de favoriete plek voor de courante aankopen van de Brusselse bevolking: zo worden zij door meer dan 95% van de respondenten genoemd als plaats waar zij hun grote boodschappen doen. Merk op dat markten ook een niet te verwaarlozen plaats innemen in het Brusselse commerciële landschap.
Lichte semicourante aankopen zijn geconcentreerd op enkele bestemmingen
Voor lichte semicourante aankopen zijn de gedragingen van de Brusselaars veeleer gekoppeld aan plaatsen die een groot aanbod bieden. Het is dan ook logisch dat het stadscentrum – alleen al goed voor meer dan een kwart van de uitgaven van het grondgebied – op kop staat bij de bestemmingen voor dit soort aankopen.
De rest is op enkele plaatsen geconcentreerd, voornamelijk de Bovenstad: en de commerciële centra Woluwe Shopping Center en Westland Shopping. Samen vertegenwoordigen deze bestemmingen meer dan 50% van de jaarlijkse uitgaven van de Brusselse huishoudens.
Voor deze categorie van aankopen bekleedt online shopping, met een marktaandeel van 6%, ook een belangrijke plaats in de Brusselse uitgaven.
Vlucht van de koopkracht voor zware semicourante aankopen
Binnen het gewestelijk grondgebied concentreren de uitgaven voor zware semicourante aankopen zich op enkele punten, die een aantal grote ketens verenigen en die meer en evenwichtiger verspreid liggen dan voor de vorige categorie. De belangrijkste bestemming van aankoop is de commerciële zone waar de enige Ikea van het Gewest is gevestigd en die goed is voor meer dan 10% van de uitgaven van de Brusselaars. De andere plaatsen die het meest door Brusselaars worden bezocht, zijn Brussel-Centrum, Basilix Shopping Center, Woluwe Shopping Center en de zone Oudergem Shopping.
Aan de andere kant wordt voor deze categorie van aankopen meer dan 25% van de jaarlijkse uitgaven buiten Brussel gedaan, meer bepaald in enkele commerciële ruimten aan de rand van het Gewest (Zaventem, Drogenbos en Sint-Pieters-Leeuw).
13,1% van de jaarlijkse uitgaven gedaan buiten Brussel
Deze studie keek dus niet alleen naar het koopkracht binnen het Gewest, maar had ook aandacht voor de vlucht van de koopkracht. Alle aankoopcategorieën samengenomen wordt 13,1% van de totale jaarlijkse uitgaven van de Brusselse huishoudens buiten het gewestelijke grondgebied gedaan. Van dit bedrag wordt meer dan de helft besteed in handelszaken in Vlaams-Brabant en in ruimten waar voornamelijk geïntegreerde winkels gevestigd zijn (Ikea Zaventem, commerciële zone van Drogenbos …).
Deze vlucht treft voornamelijk de wijken die dicht bij de gewestelijke grens liggen, wat bewijst dat het nabijheidseffect een grote rol speelt in het koopgedrag. Het merendeel van de aankopen van de Brusselse huishoudens buiten Brussel wordt gedaan op minder dan 15 km van het centrum. Een bewijs dat het Brusselse commerciële gestel niet beperkt is tot de gewestelijke grenzen en dat in de beschouwingen over de commerciële ontwikkeling moet rekening gehouden worden met de rand.
Na de Brusselse rand profiteren vooral de niet-fysieke winkels van de vlucht van de koopkracht. De grootste uitgavenpost wordt hier vertegenwoordigd door de online aankopen, samen goed voor een marktaandeel van 2,2%. Merk op dat we, tegen alle verwachtingen in, online shopping aantreffen in alle leeftijdsgroepen.
Een polycentrische commerciële ruimte
Algemeen gesproken is uit de enquête naar voor gekomen dat de geïntegreerde handelszaken (de ketens) de perceptie domineren die de Brusselaars van het commerciële landschap hebben en dat zij een sterke invloed hebben op de ruimtelijke gedragingen van de huishoudens. Zo stellen we vast dat de recente commerciële ruimten gelegen in de tweede kroon (Woluwe Shopping Center, Oudergem Shopping, Basilix Shopping Center …) en die van de rand goed presteren, wat ook geldt voor enkele grote traditionele ruimten (Brussel-Centrum en Bovenstad, of Spiegel, Ukkel-Centrum, Bascule …). Hieruit blijkt dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, ondanks zijn aantrekkelijk centrum, een polycentrische commerciële ruimte is en niet beperkt is tot zijn administratieve grenzen.
We wijzen erop dat de meeste uitgaven worden gedaan voor courante aankopen, waarvoor Brusselse huishoudens de voorkeur geven aan plaatsen in de buurt en aan kleinere handelszaken, die vaak buiten de handelskernen zijn gelegen. Veel plaatsen van aankoop ontvangen het leeuwendeel van hun inkomsten uit courante aankopen, een bewijs dat het aanbod aan voeding en het lokale aanbod een essentieel element vormt voor de handhaving van de commerciële ruimten, en meer specifiek van de traditionele commerciële ruimten.
Tot slot blijkt uit een analyse van de commerciële ruimten in termen van rendement om rekening te houden met hun grootte dat een aantal kleine kernen zeer goed scoren (Sint-Alix, Altitude 100, Keymplein …), een bewijs dat commerciële ruimten niet per se een grote omvang hoeven te hebben om vitaal te zijn. Dit element wordt versterkt door het succes van enkele afzonderlijke verkooppunten die erin slagen een plaats te verwerven bij de plaatsen die het meest door de Brusselaars worden bezocht (bv. Caméléon en Filigranes).
55% van de Brusselaars doet zijn aankopen met de wagen
In deze studie werd ook gekeken naar het koopgedrag vanuit mobiliteitsoogpunt. Zo werd vastgesteld dat de wagen nog steeds het belangrijkste vervoermiddel van de Brusselaar is om zijn aankopen te doen, vóór het openbaar vervoer en verplaatsingen te voet. Meer dan 55% van de respondenten zegt dat ze de wagen gebruiken als het belangrijkste vervoermiddel, maar we zien een variatie in dit percentage afhankelijk van het inkomensniveau, de leeftijdsgroep en de wijk waar de bevraagde huishoudens wonen.
Uit de enquête is ook gebleken (hetgeen tamelijk logisch is) dat er langere afstanden worden afgelegd voor semicourante aankopen (gemiddeld 3,6 km) dan voor courante aankopen (2,2 km). Afstanden die nog groter zijn naarmate de wijk waar het huishouden woont verder verwijderd is van de belangrijkste bestemmingen van aankoop.
Om deze verplaatsingsstructuren te synthetiseren werd het gewestelijk grondgebied opgedeeld in consumptiebekkens, zones waarbinnen een sterke relatie bestaat tussen het commerciële aanbod en de inwoners. Deze bekkens weerspiegelen de spreiding van het aanbod op het grondgebied en bevestigen dat Brussel gestructureerd is rond enkele commerciële polen die meestal gevestigd zijn rond één plaats.