Senegal is een van de meest stabiele landen in Afrika. Sinds zijn onafhankelijkheid in 1960 heeft het land drie grote politieke veranderingen doorgemaakt, die alle vreedzaam verliepen.

Als knooppunt van West-Afrika is het land geografisch goed gepositioneerd voor de handel in de subregio (bijna 15% van de goederen die via de haven van Dakar binnenkomen, zijn bestemd voor Mali).

Het land beschikt over parameters die gunstig zijn voor de groei, zoals de mijnbouw, de landbouwproductie, de visbestanden en onlangs de ontdekking van olie en gas.

Senegal is de op één na grootste economie van Franstalig West-Afrika, na Ivoorkust. De Senegalese economie is grotendeels informeel en nog steeds sterk afhankelijk van de primaire sector (17% van het BBP), met name de landbouw, die onderhevig is aan schommelingen van de wereldprijzen en klimatologische risico’s. De secundaire sector is goed voor 23% van het BBP en de tertiaire sector voor 61%.

• De primaire sector steunt hoofdzakelijk op de produktie van plaatselijke gewassen, veeteelt en visserij.
• De secundaire sector is gebaseerd op de bouw, de mijnbouw, de energiesector en de voedselverwerking.
• De tertiaire sector werd vóór de covid aangedreven door het toerisme. De regering richt zich nu op ICT met het Senegal Digital Plan 2025.