Regenerative design: van Brussel tot Noorwegen

In de voorbije maand juni trokken 450 Belgische bedrijfsleiders, vakverenigingen en Kamers van Koophandel naar Noorwegen voor een grootschalige economische missie onder leiding van HKH Prinses Astrid. Ze beschikten over heel wat expertise die ze in tal van belangrijke sectoren (design, duurzaam bouwen, biofarmaceutica …) konden uitspelen. Hun nieuwsgierigheid naar de meest recente Scandinavische innovaties was uiteraard groot.

Laten we eerlijk zijn: de meeste economische missies zijn best intens. De deelnemers werkten een uitgebreid programma af van ontmoetingen met lokale ondernemingen (‘B2B’), seminaries en bedrijfsbezoeken bij de belangrijkste actoren van de Belgische economie die in Noorwegen aanwezig zijn. Ook vertegenwoordigers van de academische wereld reisden mee om de samenwerking met Noorse onderzoeksinstellingen te versterken. Die weten België te waarderen omwille van onze wetenschappelijke uitmuntendheid. En de reis werd blijkbaar een succes!

Twee landen met complementaire troeven

Noorwegen en België onderhouden nauwe commerciële relaties. Daarin spelen energie, duurzame ontwikkeling en biofarmaceutica een belangrijke rol. Goed nieuws voor onze bedrijven: Noorwegen wil zijn economie verder diversifiëren en is dan ook vooral geïnteresseerd in de meerwaarde die België te bieden heeft op het vlak van biofarmaceutica, wetenschap (met inbegrip van de export van vaccins) en windenergie op zee.

De Noorse economie wil tegen 2030 minder CO₂ uitstoten. Het land investeert in die optiek zwaar in de overgang naar emissievrije auto’s, ondanks het belang van de gasindustrie. Hun gebruik werd gepromoot door de invoering van een reeks voordelen: vrijstelling van de 25 % btw, belasting op koolstofdioxide en stikstofoxide, parkeervoordelen, tolheffingen en veerboottarieven voor emissievrije auto’s …

Een plekje veroveren in de sector van elektrische auto’s

Dankzij al die initiatieven, piekte de overgang naar elektrische voertuigen ongezien in Noorwegen: 80% van de nieuwe wagens zijn volledige elektrisch. Volgens de Noorse vereniging voor elektrische voertuigen zou het aandeel van elektrische voertuigen in 2024 zelfs 95 % kunnen bereiken.

Enige kanttekening: het land heeft geen eigen auto-industrie. Dat is deels het gevolg van een aantal factoren als de vrij lage bevolkingsdichtheid, de hoge productiekosten en een gebrek aan historische expertise in die sector.

Daar liggen voor ons Gewest heel wat kansen, aangezien we een belangrijk exporteur van auto’s zijn. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de Brusselse export naar Noorwegen vooral transportmateriaal omvat. Dat was goed voor zowat de totale uitvoer in 2023, met een aandeel van 97,6 % en een waarde van 121 miljoen euro. Het ging bijna uitsluitend om personenwagens.

Een gemeenschappelijke doelstelling: duurzame ontwikkeling

Dankzij heel wat investeringen in de sector van hernieuwbare energie en uitstootvrij transport, boekt Noorwegen op wereldvlak uitstekende resultaten inzake duurzaamheid: volgens de Verenigde Naties staat Noorwegen op de zevende plaats en werd 82% van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen gehaald.

Als het gaat om duurzaam bouwen en regeneratieve ontwerpen, neemt Brussel het voortouw. Regeneratieve ontwerpen gaan immers verder dan ‘duurzaamheid’ op zich.

Regeneratief is het nieuwe passief

Duurzame ontwerpen trachten de negatieve milieu-impact van gebouwen te beperken. Regeneratieve ontwerpen streven naar een herstel en een heropleving van natuurlijke ecosystemen.

Daarbij worden technische materialen gebruikt, zoals: CO₂-absorberende verven en materialen van geologische en biologische oorsprong die niet alleen hun CO₂-voetafdruk beperken, maar ook actief bijdragen aan het vasthouden van CO₂. Regeneratieve ontwerpen omvatten ook oplossingen gericht op biodiversiteit en waterbeheer door natuurlijke habitats te herstellen en grijs water in de bodem te laten infiltreren.

Op dat vlak heeft Brussel heel wat troeven in handen. Onze bedrijven onderscheiden zich door hun innoverende aanpak rond duurzaam bouwen. Emmanuel Malfeyt, coördinator van ecobuild.brussels (de cluster van hub.brussels voor duurzame bouw- en renovatiebedrijven), legt uit: ‘Vanuit hun reeds verworven expertise inzake energie-efficiënte gebouwen, trachten onze ondernemingen de lat steeds hoger te leggen. De voorsprong die Brussel uitbouwde, stimuleert hen en voedt hun honger naar innovatieve bouwoplossingen. Regeneratieve ontwerpen vormen een volgende logische stap, aangezien ze niet alleen onze impact beperken, maar ook ecosystemen herstellen.’

Regeneratieve ontwerpen laten Brussel een stap voorwaarts zetten op het vlak van duurzaamheid. De gehanteerde technieken beschermen immers niet alleen het leefmilieu, maar leveren ook een actieve bijdrage aan natuurherstel. Regeneratieve ontwerpen zijn in de eerste plaats een kwestie van teamwork. Naast de holistische visie van de ontwerper/architect, moeten kleinere structuren vanuit hun geavanceerde expertise een bijdrage leveren om tot een ambitieuzer resultaat te komen.

Onze troeven in het buitenland in de kijker zetten

Circulaire bevoorrading is een van de hoekstenen van de duurzame praktijken van Brussel. Zo worden bouwmaterialen gegarandeerd gerecycleerd en hergebruikt, waardoor de milieu-impact daalt.

Door in te zoomen op voorbeeldprojecten én door internationale uitwisselingen te faciliteren, wil hub.brussels de positie van Brussel als wereldleider in duurzame bouwinnovaties versterken. Dat werd met name aangetoond tijdens de Ice Box Challenge. Daarbij werden twee blokken ijs van elk een ton in twee houten kisten vóór het operagebouw in Oslo geplaatst. De eerste was een klassieke kist, de tweede bestond uit hoogwaardige passieve materialen. Raad eens welk ijsblok het snelste smolt?