hub.brussels opent een nieuwe kantoor in Dakar

Published the 20 March 2019

Van 20 tot 23 maart gaan vijftien Brusselse ondernemingen en hub.brussels op economische missie naar Senegal, ter gelegenheid van de opening van een nieuwe post van economisch en handelsattaché bij de Belgische ambassade in Dakar. Aan de vooravond van het vertrek leggen Carole Moné, Area Manager voor Sub-Saharaans Afrika bij hub.brussels, en Ivan Korsak, onze nieuwe economische en handelsattaché in Dakar, het strategische belang van de Senegalese hoofstad en dit nieuwe kantoor…

Waarom werd Senegal gekozen om deze nieuwe post te openen?

C.M. : Afrika is één van de prioriteiten van de Brusselse regering wanneer het gaat om buitenlandse handel. Vorig jaar hebben wij een onderzoek uitgevoerd naar vijf West-Afrikaanse landen om de ideale locatie te bepalen voor een nieuwe economische en handelsattaché. Naast het feit dat Senegal het op één na grootste Afrikaanse land is in termen van handel met het Brussels Gewest, had het veel pluspunten: politieke en economische stabiliteit, strategische geografische locatie, taalkundige verwantschap en toenemende belangstelling van Brusselse ondernemingen voor deze markt.

Senegal, een Afrikaanse economische ‘hub’?

I.K. : De politieke stabiliteit maakt Senegal aantrekkelijk voor investeerders. Dankzij de verbetering van zijn haveninfrastructuur, zijn verkeerswegen (snelweg, spoorweg, nieuwe luchthaven) en zijn ICT ontwikkelt het land zich inderdaad geleidelijk tot een ‘hub’ of bevoorradingsmarkt voor de subregio West-Afrika. Het is een economie in verandering die in vele segmenten kansen genereert. Op sociaal-cultureel vlak sluit Senegal nauw aan bij Europa en in het bijzonder bij Frankrijk, waardoor gewerkt kan worden in een omgeving die beter begrijpelijk is dan bepaalde andere landen van het continent.

En voor Brusselse ondernemingen? Wat zijn de handelsmogelijkheden?

I.K. : Die zijn talrijk, en in veel sectoren. Het toerisme, de tweede geldbron van het land, groeit gestaag. Ook de bouwsector biedt mogelijkheden, vooral dankzij de nieuwe Diamniadio-pool, een enorme site op 2.500 ha met nieuwe industriële en commerciële activiteiten en het volgende administratieve centrum van het land. Verder is er de energietransitie, met de promotie van alternatieve energiebronnen, vooral dan zonne-energie. Tot slot is er de medische sector, (waaronder de farmaceutische sector), aangezien Dakar de meest ontwikkelde gezondheidspool in de subregio is geworden. Maar ook de financiële sector, de gas- en oliesector, infrastructuur, agrofood en telecom zijn het vermelden waard.

Hoe zit het met de andere Afrikaanse landen? Is het Brussels Gewest daar ook aanwezig?

C.M. : Ja, we hebben een nieuwe attaché in Tunis, wiens post in januari werd ingehuldigd. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt ook vertegenwoordigd door economische en handelsattachés in Nairobi (Kenia) en Kinshasa (DRC). Bovendien kunnen Brusselse ondernemingen, dankzij de samenwerkingsovereenkomst tussen de regio’s, ook profiteren van de diensten van de Vlaamse en Waalse attachés die aanwezig zijn in andere landen zoals Zuid-Afrika, Ivoorkust of Egypte.

Betekent dit dat Afrika een bevoorrechte bestemming is voor onze Brusselse exportondernemingen?

I.K. : Zeker. Ik werk al bijna 8 jaar als economische en handelsattaché in Afrika. Ik heb dan ook ruim de gelegenheid gehad – en de expertise opgedaan – om dit volmondig te kunnen bevestigen. Ik verwacht de brusselse ondernemers dus zeker in Dakar …