De Duitse economie wordt algemeen beschouwd als de stabiliserende kracht binnen de EU en met name binnen de eurozone. Tussen 2010 en 2017 is het reële BBP in de EU-28 met ongeveer één procent per jaar gestegen. In dezelfde periode groeide de Duitse economie met ongeveer twee procent, een hoger percentage dan in Frankrijk en Italië.

Duitsland heeft een sociale markteconomie met hoogopgeleide arbeidskrachten, een grote kapitaalvoorraad, een laag corruptieniveau en een hoog niveau van innovatie. Het is de derde grootste exporteur van goederen ter wereld.  Het is de op drie na grootste economie van de wereld gemeten naar nominaal bbp en de op vier na grootste economie gemeten naar KKP.

De dienstensector is goed voor ongeveer 71% van het totale BBP (inclusief informatietechnologie), de industrie voor 28% en de landbouw voor 1%. Het door Eurostat gepubliceerde werkloosheidspercentage bedraagt 4,7% in januari 2015, het laagste percentage van alle 28 EU-lidstaten. Met 7,1% heeft Duitsland ook de laagste jeugdwerkloosheid van alle EU-lidstaten. Volgens de OESO heeft Duitsland één van de hoogste arbeidsproductiviteitsniveaus ter wereld.

Bijna 10 procent van de Europese productiebedrijven is Duits. Zij genereren alleen al in de productie 30 procent van de bruto toegevoegde waarde van de EU. In feite vertegenwoordigen zij meer dan één vijfde van de totale toegevoegde waarde van Duitsland – een van de hoogste percentages in Europa